Fruitteelt

Prevent Agri heeft voor jouw sector praktische informatie op een rij gezet.

In enkele muisklikken vind je belangrijke informatie (documenten, wetgeving, keuringen,...) die jouw sector aanbelangt.

Vind je niet wat je zoekt? Aarzel niet en stel je vraag gerust via de contactpagina.

Personeel

Als Werknemer dient men, overeenkomstig zijn opleiding en instructies van de werkgever, zorg te dragen voor zijn eigen veiligheid en deze van de andere betrokkenen (collega's, derden,...).

Hiertoe moet hij:

  • Machines juist gebruiken
  • Persoonlijke beschermingsmiddelen juist gebruiken
  • Veiligheidsmaatregelen niet uitschakelen
  • Werkgever en Preventiedienst verwittigen van gevaar
  • Bijstand verlenen om de veiligheid te verbeteren

Als Werkgever dient men van zijn kant te zorgen voor:

  • Onthaal van nieuwe werknemers
  • Informatie geven over risico's en preventiemaatregelen
  • Informatie geven over noodprocedures
  • Zorgen voor opleidingen 
  • Rekening houden met de bekwaamheid van het personeelslid op het vlak van veiligheid en gezondheid, bij het toekennen van taken.
  • Het geven van passende instructies, verstaanbaar voor de werknemer
  • Erop toezien dat de welzijnsmaatregelen geen financiële lasten voor de werknemer met zich meebrengen.

Voorbeelddocumenten:

Instructiefilm:Arbeidsveiligheid op een fruitteeltbedrijf 

 Instructiefilm: Veilig werken met de plukkar 

Brandbestrijding

Bedrijfsgebouwen dienen te voldoen aan brandvoorschriften. Specifiek inzake Veiligheid en Gezondheid zijn er regels voor onder meer opslag van licht ontvlambare producten, (nood)uitgangen, brandbestrijdingsmiddelen, brandinstructies,...

Zaken die best aangeduid worden door middel van pictogrammen, zodat aanwezigen in een noodsituatie snel kunnen reageren. Bestel hier de nodige pictogrammen.

Als werkgever dient men een brandbestrijdingsploeg op te richten en op te leiden, ongeacht het aantal werknemers men in dienst heeft.

In een kleine onderneming duidt men iemand aan die op de hoogte is van de situatie.

Algemeen geldt dat er 1 brandbluseenheid aanwezig moet zijn per 150m², met een minimum van 2 brandblussers per verdieping. Hierop kunnen afwijkingen toegestaan worden op basis van een risicoanalyse en bijlage 6: type-oplossing voor serres en bijhorende loodsen.

Maak een inventaris van de brandbestrijdingsmiddelen. Deze dienen jaarlijks nagekeken te worden door een deskundig persoon. Men kan hiertoe een overeenkomst maken met de leverancier van de blustoestellen. Naast deze jaarlijkse verplichte controle dient een aangestelde verantwoordelijke (binnen het bedrijf) elke 3 maand de aanwezige brandblussers te controleren. Controleer eveneens periodiek de noodverlichting.

Maak een inventaris van de locaties/installaties waar er explosieve atmosferen kunnen ontstaan door (mest)gassen en dampen of door stof van brandbare materialen (vb. laadstations voor batterijen...) en welke voorzieningen aanwezig zijn inzake explosieveiligheid. Hier gelden de Europese richtlijnen inzake explosieveiligheid (ATEX).

Meer info:

Fytolokaal

Zorg ervoor dat de stockage van de fytoproducten die zich bevinden op het bedrijf voldoet aan de wettelijke basisvereisten

Zo dient er een controleregister bijgehouden te worden van alle in- en uitgaande producten. Dit dient minimaal 3 jaar bijgehouden te worden.
De producten dienen in hun oorspronkelijke verpakking gestockeerd te worden.
Van ieder product dient er een veiligheidsinformatiefiche beschikbaar te zijn.
Lege verpakkingen dienen bijgehouden te worden en worden ingezameld door Agrirecover.

De ruimte:

  • is uitsluitend bestemd voor het opslaan van bestrijdingsmiddelen
  • dient slotvast afgesloten te zijn
  • moet droog en goed onderhouden zijn
  • dient schoon te zijn
  • op de deur moet de vermelding 'vergif' en een doodshoofd voorkomen. Ook 'verboden toegang voor onbevoegden' en een geschikt gevarensymbool. Vermelding identiteit/contactgegevens en nummer van de Fytolicentie van de beheerder
  • dient doelmatig verlucht te worden
  • mag enkel betreden worden in bijzijn van een fytolicentiehouder P1, P2, of P3

In of nabij het fytolokaal of -kast:

  • moet voldoende en geschikte meet- en weegapparatuur aanwezig zijn
  • de ondergrond moet verhard zijn  
  • de producten moeten ordelijk gestapeld zijn
  • vloeistoffen mogen niet boven poeders staan
  • voor vloeistoffen dient opvang voorzien te worden van lekkage (minimaal de inhoud van de grootste bidon en 25% van de totale inhoud)
  • gemorste producten moet men onmiddellijk kunnen opruimen (borstel, vuilblik, zand)
  • er dient zich stromend water te bevinden in de buurt van het lokaal
  • er dient voldoende beschermkledij aanwezig te zijn in de buurt (laarzen, een overall, chemisch resistente handschoenen)
  • ook een ademhalingsmasker met een stoffilter en gas-en dampfilter (te herkennen aan de bruine rand) dient aanwezig te zijn (niet in het lokaal!!). Bewaar dit masker in een afgesloten doos en kijk regelmatig na of de vervaldatum nog niet overschreden is.

Meer info:

Opleidingen fytolicentie

Biociden

Biociden worden ingedeeld in producten voor een gesloten circuit en een open circuit. Producten met een hoog risico voor mens, dier of milieu zijn ingedeeld in het gesloten circuit. Deze kunnen giftig, kankerverwekkend of schadelijk voor de voortplanting zijn en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen is vereist. Indien mogelijk wordt het gebruik ervan zoveel mogelijk vermeden en worden eerst minder schadelijke alternatieven bekeken.

Registratie is verplicht

Wil je een biocide van het gesloten circuit aankopen of gebruiken? Dan ben je verplicht om je online te registreren. Alle stappen om je te registreren worden duidelijk uitgelegd in de registatiehandleiding. Per e-mailadres kan zich maar 1 gebruiker registreren. Aan een bedrijf kunnen wel meerdere gebruikers toegevoegd worden, maar die moeten telkens beschikken over een eigen e-mailadres. 

Als geregistreerde verkoper heb je toegang tot alle nuttige productinformatie, zoals de toelatingsakte, de vereiste Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM), de gevaarszinnen (H-zinnen) en voorzorgszinnen (P-zinnen), de opslagvoorschriften en de vereiste voorzorgsmaatregelen.

De lijst van toegelaten biociden of de toelatingsakte geeft aan of het product al dan niet ingedeeld is in het gesloten circuit. In sommige gevallen moet je een professionele opleiding volgen.

Iedereen die biociden van het gesloten circuit verkoopt, moet elk jaar voor 31 januari aangeven welke biociden hij/zij het afgelopen jaar verkocht heeft, aan wie en in welke hoeveelheden. Dat kan eveneens via de online registratietool.

Wie moet zich registreren?

De registratieplicht geldt voor alle ‘professionele gebruikers’. Die term omvat iedereen die een biocide van het gesloten circuit koopt of gebruikt in het kader van een professionele activiteit. Dus ook als je biociden koopt, maar ze door een derde partij op je bedrijf laat gebruiken (bijvoorbeeld om ongedierte te bestrijden), moet je je als gebruiker registreren.

Hoe ga je om met gevaarlijke producten op het bedrijf?

Als werkgever moet je toezien op het veilige gebruik, de correcte bewaring en de verwijdering. Maak een lijst van de op het bedrijf gebruikte producten en geef deze lijst door aan de externe dienst. Maak eveneens een inventaris van de carcinogene agentia en volg deze op. Je bent ook verplicht om een risicobeoordeling op te maken die de veiligheid en de gezondheid van je werknemers bewaakt. Alle gevaarlijke producten op het bedrijf moeten voorzien zijn van een etiket waarop duidelijk de risico’s zichtbaar zijn.

Leveranciers van chemische stoffen zijn verplicht een veiligheidsinformatieblad of 'safety data sheet' van hun producten mee te leveren. Daar staat op wat de risico’s van het product zijn, hoe je die kan beperken en welke maatregelen je moet nemen bij een ongeval.

Zorg ervoor dat je werknemers goed weten hoe ze veilig met gevaarlijke producten moeten omgaan en de correcte persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar zijn. Weten ze hoe ze zulke producten kunnen herkennen? Begrijpen ze de informatie op het etiket? Nemen ze de juiste maatregelen om zich te beschermen?

Meer info:

Machines

Machines die een werkgever ter beschikking stelt van zijn werknemers, noemen we arbeidsmiddelen. Deze dienen te voldoen aan bepaalde minimumvereisten.  Machines die recent op de Europese markt werden gebracht, zouden hieraan in principe moeten voldoen. Het CE-bewijs dient hierbij als bewijs. Indien er oude (van vòòr 1995) of niet conforme machines aanwezig zijn, is een verder nazicht nodig. Hiervoor kan men beroep doen op zijn Externe Dienst Preventie en Bescherming. Als bedrijfsleider dien je echter steeds na te gaan of het arbeidsmiddel veilig op het bedrijf gebruikt kan worden.

Vooraleer een werknemer de machine kan bedienen of besturen, dient de werkgever deze persoon bevoegd te verklaren door middel van een bevoegdheidsverklaring. In geval van mobiele arbeidsmiddelen zoals een heftruck en hijs- of hefwerktuigen, moeten de bestuurders een opleiding en medische controle krijgen. Zij voeren op dat moment namelijk een veiligheidsfunctie uit.

Arbeidsmiddelen voor het werken op hoogte vormen een bijzondere categorie. Hieronder vallen onder meer stellingen en ladders.

Bij de aankoop van machines dient nagegaan te worden of er bijkomende vereisten zijn inzake veiligheid en gezondheid. Een machine mag pas gebruikt worden nadat deze indienst werd gesteld (door de Preventieadviseur). Er dienen ook instructies gegeven te worden aan de werknemers(s) inzake het gebruik ervan (dmv een veiligheidsinstructiekaart). Een inventaris van alle arbeidsmiddelen en de daarbij horende documenten dient aanwezig te zijn in de onderneming. Ieder arbeidsmiddel dient van een nummer voorzien te worden dat men ook op de machine zelf aanbrengt.

Van elke machine, opgelijst in de inventaris dient er een map beschikbaar te zijn, waarin volgende documenten zitten:

  • een indienststellingsverslag
  • een CE-verklaring (bij afwezigheid, een conformiteitsattest)
  • een veiligheidsinstructiekaart
  • een opvolglijst mbt periodieke controle
  • planning van onderhoud en eventuele opmerkingen

Voorbeelddocumenten:

Bekijk hieronder de veiligheidsinstructiekaarten van de meest voorkomende machines:

AUTOGEEN LASSEN HOGEDRUKREINIGER PLUKWAGEN
BALENPERS HOOISCHUDDER ROTOREG MET NALOOPWALS
BALENWIKKELAAR HOUTHAKSELAAR SCHIJVENEG MET NALOOPWALS
BLADBLAZER (accu) INPOTMACHINE SCHIJVENMAAIER MET KNEUZER
BLADBLAZER (benzine) KANTENSNIJDER (benzine) SLIJPMACHINE (benzine)
BLADBLAZER OP TRACTOR KETTINGZAAG (benzine) SLIJPMOLEN
BOORMACHINE KETTINGZAAG OP STEEL SNIJTAFEL
BOSMAAIER (accu) KETTINGZAAG TOPHANDLE SNOEISCHAAR (accu)
BOSMAAIER (benzine) KILVERBORD SNOEISCHAAR (pneumatisch)
CULTIVATOR KLAUWBEHANDELBOX SORTEERLIJN HARD FRUIT
ELEKTRISCH LASSEN KLAUWBEHANDELBOX(elektrisch) SPUITMACHINE (gedragen)
FRONTLADER KLEPELMAAIER SPUITMACHINE (getrokken)
GRASMACHINE KOLOMBOORMACHINE STAARTCOUPEERDER
GRONDFREES KOOIMAAIER STRONKENFREES
HAAGSCHAAR (accu) KUNSTMESTSTOFSTROOIER TAFELCIRKELZAAG
HAAGSCHAAR (benzine) MANUELE TRANSPALLET TRACTOR
HAAGSCHAAR (elektrisch) MINIGRAVER VACUUMZUIGER TEGELS
HANDCIRKELZAAG MOBIELE TANK VEEGMACHINE (accu)
HEFTRUCK(diesel) ONTHOORNAPPARAAT (elektrisch) VEEGMACHINE (benzine)
HEFTRUCK (elektrisch) OPRAAPWAGEN VERTICUTEERMACHINE (benzine)
HEFTRUCK (LPG) PLOEG WIELLADER
    ZITMAAIER

Keuringen

De diverse installaties en machines in een onderneming dienen periodiek gecontroleerd of gekeurd te worden. Zo moet de laagspanningsinstallatie 5-jaarlijks  en de hoogspanningsinstallatie jaarlijks gekeurd te worden door een Externe Dienst voor Technische Installatie.

De opslag van mazout of stookolie in combinatie met een verdeelslang dient dan weer 3-jaarlijks gekeurd te worden door een erkende deskundige in de discipline "houders voor gassen of gevaarlijke stoffen" 

Deze controles en keuringen vergen een nauwgezette organisatie en opvolging.

Maak een inventaris van de keuringsplichtige installaties en machines en toebehoren. Hou de keuringsverslagen bij en volg dit nauwgezet op. Voor gehuurde machines moeten de twee laatste keuringsverslagen meegeleverd worden met de machine.

Ook de controles, uitgevoerd door een bevoegd persoon (binnen het bedrijf), dienen gepland en geregistreerd te worden.

Meer info:

EHBO

Iedere werkgever dient de nodige hulpverleners aan te duiden, het nodige EHBO-materiaal te voorzien en de hulpverlening te organiseren. Dit om de eerste hulp te kunnen bieden bij een slachtoffer van een ongeval of een persoon die onwel is geworden.

Voor een kleine onderneming duidt men minimaal één hulpverlener aan die een opleiding volgt van een halve dag inzake basiskennis EHBO. Deze opleiding dient 3-jaarlijks herhaald te worden. De garantie dat een hulpverlener binnen een redelijke tijd (minder dan 3min.) bereikbaar is, moet aanwezig zijn. In veel gevallen zal men dus meer dan één hulpverlener moeten aanduiden.

Men kan ook (indien de tewerkstelling onder de 20 VTE blijft) de helft van alle personeelsleden 'aangeduid persoon' maken. Een aangeduid persoon is een werknemer (of de werkgever zelf, indien deze steeds bij het personeel aanwezig is) die bij voorkeur een eerste-hulp-initiatie van ten minste 4 uur heeft gevolgd en die dit om de 3 jaar herhaalt.

Een hulpverlener dient gekend en bereikbaar te zijn bij het personeel en derden die in het bedrijf komen werken. De eerstehulpregeling en -instructies worden best uitgehangen (zie document ‘Organisatie van de eerste hulp’ en ‘Ongevallenprocedure’) en meegedeeld aan alle nieuwe werknemers.

De hulpverlener dient de gevaarlijke producten en andere gevaren in het bedrijf te kennen en te weten wat er in geval van ongeval dient ondernomen te worden. Een EHBO-boekje (regels) dient voorhanden te zijn en door de hulpverlener gekend te zijn.

Er dient minimaal één EHBO-doos aanwezig te zijn met het nodige verzorgingsmateriaal (ook in geval van percelen of op verplaatsing). Deze moet periodiek nagekeken en aangevuld te worden. Dit gebeurt best via een inventaris: gebruik hiervoor het document: Checklist inhoud EHBO. Medicatie mag niet aanwezig zijn in de EHBO-doos alsook niet verstrekt worden door de hulpverlener.

Alle verzorging dient genoteerd te worden in het EHBO-register.

Voorbeelddocumenten:

 Meer info

PBM

De werkgever dient aan zijn werknemers de nodige werkkledij  (niet te verwarren met persoonlijke beschermingsmiddelen) ter beschikking te stellen en  in te staan voor de reiniging ervan. Indien de werknemers toch zelf moeten instaan voor de reiniging van hun werkkledij (na een risicoanalyse), dient een vergoeding van 3,91 euro per week (te verhogen met de consumptie-index) betaald te worden. Ook de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) dienen door de werkgever bepaald en ter beschikking gesteld te worden.

Hou een inventaris bij van de beschikbare PBM's in de onderneming. Deze dienen eveneens te beantwoorden aan bepaalde Europese normen.

Het bepalen en aankopen van geschikte PBM's dient geadviseerd te worden door de Preventieadviseur.

Bij courante PBM's (vb. veiligheidsschoenen, -brillen, handschoenen,...) is het belangrijk om de werknemers te betrekken en soms meerdere modellen te laten proberen. Zo voorkomt men dat ze niet gedragen worden owv de pasvorm.

Zorg voor de nodige controle en vervanging van PBM's die aan slijtage (Vb. veiligheidsschoenen) en verval (Vb. filter gelaatsmasker) onderhevig zijn.

Meer info: