De term werkkledij en persoonlijke beschermingsmiddelen worden vaak onterecht door elkaar gebruikt. Hoewel ze elkaar zeker aanvullen, is hun doel én functie toch anders: werkkledij is in de eerste plaats bedoeld om de drager te beschermen tegen vuil en stof tijdens het uitvoeren van diens werk. Het kan ook worden gebruikt om een beroep te karakteriseren of bedrijven gebruiken soms een uniform (al dan niet met bedrijfslogo) om zich te identificeren.
Een persoonlijk beschermingsmiddel of PBM daarentegen biedt bescherming tegen een specifieke risico voor de veiligheid en/of gezondheid van de werknemer. PBM’s zijn onder andere helmen, veiligheidsbrillen, veiligheidsschoenen, mondmaskers of ademhalingsbescherming, gehoorbescherming, handschoenen, enz.
Bij de keuze van beschermende kledij houdt men best rekening met het vermogen om te beschermen tegen de potentiële risico's, maar ook comfort, functionaliteit (verstelmogelijkheden, zakken, sluitingen, enz.) en esthetiek zijn belangrijke eigenschappen.
Beschermende kledij moet voldoen aan de EN 340-norm om te worden geclassificeerd als dusdanig. Naast EN340 zijn er nog andere normen die elk een specifieke beschermende eigenschap hebben zoals hittebestendigheid of mechanische weerstand.
De juiste PBM's voor de te beschermen lichaamsdelen:
Veiligheidsschoenen: In de groene sectoren is het dragen van veiligheidsschoenen of -laarzen essentieel, omwille van het werken met zwaar rollend materieel, dieren… in vaak gladde omstandigheden. Meestal worden veiligheidsschoenen van het type S3 gebruikt. Ze zijn voorzien van een antislipzool, een antiperforatie middenzool en een beschermend omhulsel (van metaal of composiet) aan de voorzijde van de voet.
Bij thermisch onkruid bestrijden is het raadzaam om, naast de S3-markering, schoenen te dragen die bestand zijn tegen hitte (markering: HRO).
Gehoorbescherming: vanaf 85 dB(A) worden de oren geleidelijk aan beschadigd. Zonder gehoorbescherming kan het geluid van een draaiende motor reeds in een paar seconden permanente gehoorschade veroorzaken. Het reduceren van lawaai vermindert tevens het vermoeidheidsgevoel.
Volgens de wetgeving moet gehoorbescherming beschikbaar zijn voor werknemers vanaf 80 dB(A) en is het dragen ervan verplicht vanaf 85 dB(A). Gehoorbescherming kan opgedeeld worden in 3 klassen, afhankelijk van de geluidsdemping:
o Klasse 1: 27 tot 30dB(A)
o Klasse 2: 30dB(A)
o Klasse 3: 33dB(A)
Om redenen van comfort en onderhoudsgemak opteert men in de groene sectoren vaak voor oorkappen , maar eveneens oordopjes en otoplastieken kunnen aangewezen zijn.
Onderstaande tabel toont de gemiddelde maximale blootstellingsduur zonder gehoorbescherming (deze cijfers variëren naargelang het model en de staat van onderhoud van de gemanipuleerde machine). Bij een langere blootstelling zal er permanente gehoorschade optreden.
|
Voorbeeld |
Geluidsniveau dB(A) |
Maximale blootstelling zonder gehoorbescherming |
|
Zitmaaier |
100 |
15 minuten |
|
Heggenschaar |
106 |
3 minuten en 45 seconden |
|
Bosmaaier |
113 |
56 seconden |
|
Houthakselaar |
116 |
28 seconden |
|
Kettingzaag |
118 |
7 seconden |
|
|
Het geluidsniveau staat eveneens vermeld op de machine zelf. |
Vizier: om te werken met machines waarbij een risico bestaat op wegvliegende deeltjes zoals bij de bosmaaier. Gezichtsbescherming is essentieel om de projectie van deze deeltjes in het gezicht te beperken en bijgevolg de ogen te beschermen. Een vizier wordt meestal in combinatie met een helm en gehoorbescherming gebruikt. Het vizier wordt dan rechtstreeks aan de hoofdband van de gehoorbescherming bevestigd.

Veiligheidsbril: er zijn verschillende soorten brillen:
Ademhalingsmaskers: bestaan in verschillende types:
Bij alle maskers is een goede afdichting tussen het gezicht van de gebruiker en het masker belangrijk voor de goede werking. Bij een slechte pasvorm, kan er langs de openingen ongefilterde lucht binnenstromen, de zogenaamde leklucht. Voor personen met een baard kunnen luchtkappen een oplossing bieden.
De maskers komen in verschillende vormen:
|
Wegwerp halfgelaatsmasker |
Halfgelaatsmasker met herbruikbare filters |
![]() |
![]() |
Filters gemarkeerd met de letter "P" en een witte kleurcode bieden bescherming tegen stof.
o P1: bescherming tegen irriterend stof (80% van de deeltjes)
o P2: bescherming tegen schadelijk stof (94% van de deeltjes)
o P3: bescherming tegen giftig stof (99,9% van de deeltjes)
Maskers met patronen bieden verschillende soorten bescherming dankzij een combinatie van filters met gekleurde banden naargelang het gas dat zij filteren, dit heet een combinatiefilter. De indicatieband kan bruin zijn voor organische ontsmettingsmiddelen (bv. op basis van formaldehyde en glutamaat), gewasbeschermingsmiddelen en oplosmiddelen. De groene band geeft een doeltreffend masker tegen ammoniak aan.

Afhankelijk van de klasse, is het filtermateriaal in staat, meer of minder schadelijke gassen vast te houden, zodat de drager deze niet kan inademen:
o Klasse 1: lage capaciteit
o Klasse 2: gemiddelde capaciteit
o Klasse 3: hoge capaciteit
Manchetten: zij beperken snijwonden aan de onderarmen dankzij de geïntegreerde snijbescherming. De manchetten moeten worden gedragen bij het gebruik van de kettingzaag.
Handschoenen: afhankelijk van het materiaal van de handschoenen bieden deze bescherming tegen verschillende invloeden:
![]() |
|
Handschoenen met norm EN 374 bieden voldoende bescherming voor het hanteren van gewasbeschermingsmiddelen. |
Er zijn ook handschoenen die bestand zijn tegen koude, hitte, elektriciteit, enz.
Beenbescherming tijdens het kettingzagen: wanneer u een kettingzaag gebruikt, is het van essentieel belang om een broek te dragen die bestand is tegen impact van de kettingzaag. De meeste verwondingen door kettingzagen zijn verwondingen aan de benen (+/- 42% van alle ongevallen).
![]() |
|
Het pictogram met norm EN 381 geeft aan dat de broek bescherming biedt tegen verwondingen door kettingzagen. |
Er bestaan 3 types bescherming (A, B, C): vooraan, vooraan + aan de binnenzijde en volledig (zie onderstaande illustratie).

De norm EN381 bestaat uit 4 klassen en is opgesplitst aan de hand van de snelheid van de ketting:
o Klasse 0: 16 m/s
o Klasse 1: 20 m/s
o Klasse 2: 24 m/s
o Klasse 3: 28 m/s
Het is belangrijk dat de keuze van de broek in overeenstemming is met het vermogen van de gebruikte kettingzaag.
Beenbescherming tijdens het gebruik van machines die mogelijks voorwerpen projecteren (bosmaaiers, heggenscharen, roterende borstels, enz.): deze bieden bescherming tegen beknelling, snijwonden alsook tegen de impact van wegslingerende voorwerpen tegen de benen. Ook tijdens het werken met de bosmaaier is het aangeraden om werkkledij met lange mouwen en lange broek te dragen.
Bescherming tijdens werkzaamheden langs de weg: tijdens dergelijke werkzaamheden is het van essentieel belang om zichtbaar te zijn voor naderende weggebruikers. De broek heeft twee 50 mm brede reflecterende stroken. Hoge zichtbaarheidskledij wordt aangeduid met de norm EN ISO 20471 en wordt opgedeeld in 2 klassen:
![]() |
![]() |
|
Klasse 1 |
Klasse 2 |
De overall: tijdens de manipulatie van fytoproducten moet het hele lichaam bedekt zijn om contact tussen de huid en de spuitnevel te vermijden. Type 5-6 wegwerpoveralls (foto 1) zijn comfortabel om te dragen bij milde temperaturen. Zij zijn echter gevoelig voor scheuren en de waterdichtheid is beperkt.
Voor gebruik op plaatsen waar de toediener intensief aan gewasbeschermingsmiddelen wordt blootgesteld, zijn waterdichte, wasbare en herbruikbare overalls, identiek aan weerbestendige pakken, een betere oplossing (foto 2).
![]() |
![]() |
|
Foto 1: Type 5-6 wegwerpoverall |
Foto 2: Waterdichte & herbruikbare overall |
Enkele adviezen voor het onderhoud van persoonlijke beschermingsmiddelen:
Evenals arbeidsmiddelen moeten persoonlijke beschermingsmiddelen worden onderhouden (reinigen, uit de zon bewaren, enz.) om de beschermende functies ervan zoveel mogelijk te behouden. Hou je daarom steeds nauwgezet aan de onderhouds- en reinigingsinstructies van de fabrikant.

Helmen, schoenen, filters... hebben allen een beperkte houdbaarheidsdatum (vermeld op het product). Na deze datum kan de goede werking van het PBM niet meer gegarandeerd worden.
Philippe Dobbels en Sandy Gheldof uit Meulebeke zetten sterk in op veiligheid, efficiëntie en ergonomie op hun bedrijf. Hun nieuwe preipelmachine – uniek in Vlaanderen – is uitgerust met tal van slimme veiligheidsmaatregelen die het werk veiliger én vlotter maken.
“Veilig werken verdien je zo terug — minder letsels, meer efficiëntie.”
Lees hier hun inspirerend verhaal!

Wist je dat boeren met een hoog stressniveau 1,9 keer meer kans hebben op werkplaatsletsel? Stress en veiligheid gaan hand in hand!
SAVE THE DATE
Noteer nu al in je agenda: 1 december om 20u
Binnenkort kan je je inschrijven voor deze vorming van Prevent Agri en vzw Boeren op een Kruispunt: over hoe je mentale welzijn direct impact heeft op de veiligheid op je bedrijf.
Want als je niet goed in je vel zit, heeft dat gevolgen voor je veiligheid én die van anderen.

Inhoud infosessie
Tijdens deze infosessie zullen we stilstaan bij de preventie van brand in een landbouwbedrijf zowel bij bestaande gebouwen zoals stallen en loodsen maar ook bij de plannen en constructie van nieuwe gebouwen op uw landbouwbedrijf.
Als tweede thema komt de preventieve asbestverwijdering aan bod, de subsidies net als de nazorg: wat na een brand, de rechten en verantwoordelijkheden van de landbouwer.
Programma
20u00: Opening - Carl Decaluwé, Gouverneur Provincie West-Vlaanderen
20u10: Laagdrempelige preventie tips - Prevent Agri
20u40: HVZ Midwest
21u10: Provincie West-Vlaanderen
21u20: Pauze
21u30: Preventief asbest verwijderen - OVAM
22u00: Vragenronde
22u15: Afsluiting door burgemeester/schepen van landbouw
22u30: Netwerkdrink
Locatie
OC De Tassche
Roeselaarsestraat 161
8850 Ardooie

Doelgroep
Landbouwers uit de steden/gemeenten van de hulpverleningszone Midwest.
Inschrijven is verplicht: dit kan door op deze link te klikken en het formulier in te vullen of door onderstaande QR-code te scannen.
U kan ook contact nemen via yasmine.vanavermaete@west-vlaanderen.be; of telefonisch via 0496/03 11 11.
Infosessie georganiseerd door de gouverneur van West-Vlaanderen en de gemeente Ardooie, Prevent Agri, hulpverleningszone Midwest, provincie West-Vlaanderen, Ovam, Boerenbond en Inagro.

In deze Krak in het vak loopt Vilt een dag mee met Mieke, preventieadviseur bij Prevent Agri. Vandaag voert ze een audit uit op een landbouwbedrijf, waar ze met scherpe blik risico’s in kaart brengt — van machines tot werkprocedures.
Met kennis van zaken én oog voor de praktijk helpt Mieke bedrijven om veiliger te werken. Ze stelt gerichte vragen, bekijkt documenten en loopt met de boer het erf op. Haar doel? Niet alleen regels afvinken, maar vooral mensen bewust maken van veilig en gezond werken. Dankzij krakken als Mieke blijft welzijn op het werk topprioriteit in de agrovoedingssector. Onzichtbaar op de voorgrond, maar onmisbaar achter de schermen.
Te gast: onze eigen collega Mieke Sevenans
In deze aflevering krijg je een blik achter de schermen bij Prevent Agri. Ontdek hoe preventie op het terrein concreet wordt aangepakt, met welke uitdagingen de sector te maken heeft, en waarom veiligheid een absolute prioriteit moet zijn.
Stof inademen kan zowel op lange als op korte termijn gezondheidsproblemen opleveren. Welke klachten er ontstaan is afhankelijk van de eigenschappen van het stof aanwezig in de atmosfeer waar er gewerkt wordt. Een stofmasker biedt echter geen bescherming tegen toxische gassen en dampen die we terugvinden in bijvoorbeeld mestgassen en gewasbeschermingsmiddelen. Het hoeft geen verder betoog dat het werken in dergelijke gassen zonder bescherming ernstige gezondheidsproblemen en zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
Ademhalingsbescherming kan ruwweg onderverdeeld worden in drie groepen: namelijk de stofmaskers, de (half)gelaatsmaskers met filter en de volgelaatsmaskers met onafhankelijke perslucht. Elke van deze ademhalingsbescherming biedt bescherming tegen andere gevaarlijke stoffen, bijgevolg is kennis van de heersende atmosfeer en de daarbij vereiste bescherming een absolute must.
Stofmaskers: drie beschermingsklassen
Fijnstofmaskers worden volgens de norm EN 149:2001 opgedeeld in drie beschermingsklassen ofwel FFP-klassen (Filtering Facepiece Particles). Hoe hoger de stofconcentratie en de schadelijkheid van het stof, hoe hoger het beschermingsniveau van de filter moet zijn. Voor stalwerk bijvoorbeeld wordt minimaal een type FFP2 masker aanbevolen. Dit type beschermt tegen inadembare stofdeeltjes die schadelijk zijn op lange termijn. Het stofmasker moet comfortabel zitten en goed aansluiten zodat het inademen van ongezuiverde leklucht wordt voorkomen.

Beschermingsklassen stofmaskers
|
|
Biedt bescherming tegen |
|
FFP1 |
Niet-giftig en niet-fibrogeen stof: inademing leidt niet tot het ontstaan van aandoeningen, maar kan de luchtwegen irriteren en klachten over een onaangename geur veroorzaken. |
|
FFP2 |
Vaste en vloeibare gezondheidsschadelijke soorten stof, rook en aerosolen: deeltjes kunnen fibrogeen zijn, wat betekent dat ze op korte termijn tot irritatie van de luchtwegen en op lange termijn tot afname van de elasticiteit van het longweefsel leiden. |
|
FFP3 |
Giftige en gezondheidsschadelijke soorten stof, rook en aerosolen: kankerverwekkende en radioactieve schadelijke stoffen en ziekteverwekkers zoals virussen, bacteriën en schimmelsporen. |
In de meeste gevallen zijn de stofmaskers voor éénmalig gebruik, dit wordt aangegeven door het opschrift ‘NR’. De lettercodering ‘R’ achter de FFP geeft aan dat een dergelijk masker meermalig mag gebruikt worden binnen een 8-urige werkdag. De CE -markering toont aan dat het stofmasker voldoet aan de Europese normen.

Zoals eerder vermeld, beschermt een stofmasker niet tegen het inademen van toxische gassen en dampen. In dat geval is een masker met aangepaste filter aangewezen.
Hoe een mondmasker correct aanbrengen?
De filterefficiëntie van de ademhalingsbescherming hangt sterk samen met de pasvorm. Bij een slechte pasvorm, kan er langs de openingen ongefilterde lucht binnenstromen, de zogenaamde leklucht. Voor personen met een baard kunnen bijvoorbeeld luchtkappen een oplossing bieden

(Half)gelaatsmasker met filter
Controleer voor gebruik of het masker goed aansluit op het gezicht. Let op scheurtjes en kijk of het uitlaatventiel schoon en goed afgedicht is. Het gelaatsmasker in een goede staat houden doe je door deze na ieder gebruik te reinigen met lauw water en zeep en droog te deppen. De opslag van zowel masker als filter gebeurt steeds BUITEN het fytolokaal, beschermd van zonlicht, olie en corrosieve stoffen.
Onderstaande tabel toont de kleurcodering van de filters volgens EN14387 – die helpt om te bepalen welk type filter nodig is voor de vervuilende stof waarin gewerkt wordt. In het geval van mestgassen en het werken met fytoproducten is een zogenaamde combinatiefilter, die onderstaande kleurcoderingen combineert, nodig.

Op elke filter staat een houdbaarheidsdatum, na deze datum kan de werking van de filter niet meer gegarandeerd worden en mag deze niet meer gebruikt worden (ook als deze nog in de verpakking zit). Eens geopend, kan de filter enkel hergebruikt worden indien deze in de tussentijd bewaard wordt in een luchtdicht afgesloten kistje of plastieken zak, zodat verzadiging van de filter vermeden wordt. Registreer de gebruiksduur en vervang de filter na 8u effectief gebruik (indien ze tussen 2 gebruiksperioden correct opgeborgen worden).
Volgelaatsmasker met onafhankelijke perslucht
Men mag men nooit een gelaatsmasker met filter gebruiken om een afgesloten ruimte te betreden zoals een mestkelder, -silo of -tank. Aangezien de concentratie of combinatie van gevaarlijke gassen in dergelijke ruimtes niet geweten is, maar vooral omdat het zuurstofgehalte door de aanwezigheid van deze gassen ernstig verminderd kan zijn. In dat geval moet een volgelaatsmasker met onafhankelijke perslucht gedragen worden, waarbij bescherming onafhankelijk van de omgeving mogelijk is.
In de praktijk wordt een dergelijk masker zelden ingezet in de land- en tuinbouw, aangezien hiervoor een opleiding moet gevolgd worden. Ook zijn deze materialen onderhevig aan keuringen, waardoor de kostprijs van het gebruik ervan snel de hoogte ingaat.
Motoraangedreven systemen
De omgevingslucht wordt door middel van een motoraangedreven pomp over filtereenheden aangeblazen, dit zijn de zogenaamde ‘PAPR’ of Powered Air-Purifying Respirator. Door het elimineren van de ademweerstand worden ze vaak als aangenamer ervaren en zijn ze beter geschikt om te gebruiken bij fysiek zware arbeid. Motoraangedreven systemen kunnen in combinatie met halfgelaatsmaskers, volgelaatsmaskers of luchtkappen worden gebruikt. Let er hier eveneens op dat indien de samenstelling van de atmosfeer onbekend is, deze kappen eveneens onvoldoende bescherming kunnen bieden indien de aanzuigunit van de motor zich in deze ruimte bevindt.
Luchtkappen
Luchtkappen zijn loszittende maskers die het hoofd bedekken tot op schouderlengte, de lucht wordt via een luchtbuis aangevoerd met behulp van een motoraangedreven systeem. Deze maskers kunnen worden gedragen door personen met een baard of brildragers.
Dergelijke motoraangedreven systemen kunnen eveneens in een besloten ruimte gebruikt worden, mits de ventilator om de lucht aan te zuigen in een ruimte staat (of buiten) waarvan men weet dat er voldoende zuurstof is.
Besluit
In de land- en tuinbouwsector is het gebruik van adequate ademhalingsbescherming sneller nodig dan men meestal denkt. Bijvoorbeeld bij stof van organische oorsprong kunnen er schimmels of pathogenen aanwezig zijn, waardoor een FFP3 stofmasker vereist is. Reinig je een stal met een hogedrukreiniger zal het gebruik van een (half)gelaatsmasker met gepaste filter de voorkeur krijgen. Het risico op gezondheidsklachten verlagen is vaak een én-én-verhaal: door eveneens de oorzaak van de productie van stof of gevaarlijke gassen reeds bij de bron aan te pakken en daar te elimineren of de productie ervan te verminderen, kan het risico al drastisch dalen.
Vandaag is het wereldkankerdag: hét moment om als landbouwer stil te staan met welke kankerverwekkende stoffen je regelmatig in contact kan komen.
Voorbeelden hiervan zijn:
maar ook kristallijn siliciumdioxide, beter gekend als kwartsstof. Deze stof komt vrij tijdens het slijpen, schuren, boren en zagen in steenachtige bouwmaterialen.
Om de blootstelling aan deze kankerverwekkende stof te voorkomen moeten toestellen voor de bewerking van deze materialen uitgerust zijn met een effectieve stofafzuiging. Als dat niet mogelijk is, moet iedereen in de omgeving die blootgesteld wordt een masker dragen met de hoogste beschermingsgraad. Dus een FFP3-wegwerpmasker of een masker uitgerust met een P3-stoffilter.
Belangrijk: machines met een systeem dat het stof doet neerslaan met water, zoals nat slijpen, verminderen de stofvorming, maar bieden geen 100% bescherming. Bij langdurige werkzaamheden blijft aanvullende bescherming, zoals een FFP3-masker, noodzakelijk.

Het gevaar van mestgassen wordt onderschat, ook door ervaren mensen. Ieder jaar vallen hierdoor nog slachtoffers. Daarom even kort de veiligheidsmaatregelen tijdens het mixen van mest.
Maak ze tot een vaste routine!
Bekijk eveneens de handige en overzichtelijke brochure die aangeeft waar mestgassen gevaar kunnen opleveren in een varkens- en melkveestal (Prevent Agri in samenwerking met Fedagrim).
Het gevaar van mestgassen wordt onderschat, ook door ervaren mensen. Jaarlijks vallen hierdoor nog slachtoffers. Slechts 1 ademteug kan al voldoende zijn om bedwelmd te raken of zelfs de dood te veroorzaken.
Bekijk de pakkende getuigenis op een Iers melkveebedrijf waar het bijna misliep:
Hoe handelen bij een ongeval met mestgassen?
❌ Ga nooit de mestopslag in: ga een persoon in nood nooit zelf achterna.
Enkel personen die voorzien zijn van onafhankelijke ademvoorziening (perslucht) mogen de ruimte betreden!
✅ Verwittig de hulpdiensten (bel 112).
✅ Schakel bij het mixen de mixer onmiddellijk uit.
✅ Ventileer maximaal en open alle mogelijke openingen.
✅ Zorg indien mogelijk voor de toevoer van zoveel mogelijk verse lucht via een overdrukventilator of compressor.
Jaarlijks gebeuren er heel wat ongevallen met soms zeer ernstige gevolgen op het eigen bedrijf. We zouden daardoor de ongevallen die gebeuren op de openbare weg bijna uit het oog verliezen. Nochtans komen ook deze veelvuldig voor. Aangezien rijsnelheden hier heel wat hoger liggen dan tijdens de veld- of bedrijfswerkzaamheden, én er bovendien heel wat andere actoren spelen, is het van het allergrootste belang om met enkele aandachtspunten rekening te houden. Twee van deze aandachtspunten zijn het GSM-gebruik achter het stuur en het niet dragen van veiligheidsgordels. Het lijkt misschien onschuldig om even snel een telefoontje te beantwoorden tijdens het rijden, maar de realiteit is dat dit kan leiden tot ernstige ongelukken met zelfs dodelijke afloop.