Preventie en behandeling brandharen eikenprocessierups
Met het warme weer van de afgelopen periode is ook het moment aangebroken dat de eikenprocessierupsen terug voor overlast zorgen, meer specifiek hun brandharen. Deze worden tijdens het 3de larvale stadium gevormd (vanaf mei) en blijven achter in de lege nesten op de eiken, waar ze ook later nog voor overlast kunnen zorgen. De periode waarin het risico op contact met de brandharen het grootst is, loopt van mei tot september. De brandharen zelf kunnen echter 6 tot 8 jaar actief in de omgeving blijven. Het is daarom belangrijk om verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen. De brandharen zijn klein, waardoor ze gemakkelijk verspreid worden door de wind.
In geval van de aanwezigheid van deze rupsen moeten er daarom enkele voorzorgsmaatregelen genomen worden:
Het vermijden van een tweede contact is zeer belangrijk voor personen die reeds in aanraking kwamen met de eikenprocessierups, omdat bij elk hernieuwd contact de reacties heviger kunnen worden. Dit geldt vooral voor mensen die beroepshalve veel tijd doorbrengen in geteisterde gebieden. Contact kan vermeden worden door het dragen van persoonlijke beschermende kledij: rubber handschoenen en laarzen, volledige overall en stofmasker en –bril.
Besteed de nodige aandacht aan een veilige verwijdering van de rupsen. Gebruik in geen geval een hogedrukreiniger. Door de turbulentie en het opspattende water kunnen de brandharen dan immers ver verspreid worden. Ook insecticiden voor particulier gebruik helpen niet en zijn bovendien schadelijk voor mens en milieu. De irriterende haren kunnen jaren na de dood van de rups nog actief blijven en bijgevolg nog jarenlang overlast bezorgen.
De meest doeltreffende methode bestaat uit het wegbranden of opzuigen van de rupsen en hun nesten en dit liefst vroeg in het seizoen wanneer de brandharen nog niet ontwikkeld zijn. Bij wegbranden dient men bedachtzaam te zijn op berm- en haagbranden. Blijf na de werkzaamheden nog even in de buurt om na te gaan of er geen brand ontstaat, vooral tijdens droge periodes is dit belangrijk.
Meestal komt men via de huid in contact met de brandharen. Bij huidcontact kan binnen de acht uur een pijnlijke rode huiduitslag ontstaan, met hevige jeuk. De uitslag op de huid kan sterk variëren: van bultjes en pukkels tot met vocht gevulde blaasjes, die kunnen gaan ontsteken. De huidreactie kan zichtbaar worden op de onbedekte huid, maar ook op andere delen van het lichaam. Aangezien de brandharen zeer klein zijn en zich makkelijk verspreiden door zweet, krabben en wrijven of via de kleding. Langduriger contact met de huid kan ook optreden doordat haartjes in de kleding terecht gekomen zijn.
Bij contact met de ogen ontstaan na één tot vier uur rode pijnlijke en tranende ogen. Indien de brandharen dieper in het oogweefsel doordringen, kunnen ernstige ontstekingsreacties optreden, die in zeldzame gevallen zelfs tot blindheid kunnen evolueren.
Bij het inademen van de brandhaartjes treedt irritatie op van de bovenste luchtwegen. Dit gaat gepaard met niezen, keelpijn, slikstoornissen en eventueel ademhalingsmoeilijkheden door spasme van de luchtwegen.
Bij inname kunnen ontstekingen ontstaan van het mondslijmvlies en het maagdarmkanaal. Dit gaat gepaard met symptomen als speekselvloed, overgeven en buikpijn.
Er kunnen zich eveneens algemene klachten voordoen zoals koorts, algehele malaise, duizeligheid en braken.
De eerste hulp bij contact met de eikenprocessierups hangt af van het type contact en de ernst van de symptomen. De focus moet gelegd worden op het contact met de brandharen zo snel mogelijk te reduceren.
Bij huidcontact
Bij contact met de ogen
Bij contact met de luchtwegen
Bij inname (in het spijsverteringsstelsel)
De meeste symptomen zijn eerder vervelend en kunnen symptomatisch worden behandeld. Indien braken, duizeligheid en koorts optreden, is het raadzaam naar het ziekenhuis te gaan.
Iemand die vaak met eikenprocessierupsen in aanraking komt, krijgt steeds hevigere klachten. In ernstige gevallen kan een levensbedreigende anafylactische shock optreden.
Waarnemingen van eikenprocessierupsen (of nesten) kan je melden op www.waarnemingen.be.

Philippe Dobbels en Sandy Gheldof uit Meulebeke zetten sterk in op veiligheid, efficiëntie en ergonomie op hun bedrijf. Hun nieuwe preipelmachine – uniek in Vlaanderen – is uitgerust met tal van slimme veiligheidsmaatregelen die het werk veiliger én vlotter maken.
“Veilig werken verdien je zo terug — minder letsels, meer efficiëntie.”
Lees hier hun inspirerend verhaal!

Wist je dat boeren met een hoog stressniveau 1,9 keer meer kans hebben op werkplaatsletsel? Stress en veiligheid gaan hand in hand!
SAVE THE DATE
Noteer nu al in je agenda: 1 december om 20u
Binnenkort kan je je inschrijven voor deze vorming van Prevent Agri en vzw Boeren op een Kruispunt: over hoe je mentale welzijn direct impact heeft op de veiligheid op je bedrijf.
Want als je niet goed in je vel zit, heeft dat gevolgen voor je veiligheid én die van anderen.

Inhoud infosessie
Tijdens deze infosessie zullen we stilstaan bij de preventie van brand in een landbouwbedrijf zowel bij bestaande gebouwen zoals stallen en loodsen maar ook bij de plannen en constructie van nieuwe gebouwen op uw landbouwbedrijf.
Als tweede thema komt de preventieve asbestverwijdering aan bod, de subsidies net als de nazorg: wat na een brand, de rechten en verantwoordelijkheden van de landbouwer.
Programma
20u00: Opening - Carl Decaluwé, Gouverneur Provincie West-Vlaanderen
20u10: Laagdrempelige preventie tips - Prevent Agri
20u40: HVZ Midwest
21u10: Provincie West-Vlaanderen
21u20: Pauze
21u30: Preventief asbest verwijderen - OVAM
22u00: Vragenronde
22u15: Afsluiting door burgemeester/schepen van landbouw
22u30: Netwerkdrink
Locatie
OC De Tassche
Roeselaarsestraat 161
8850 Ardooie

Doelgroep
Landbouwers uit de steden/gemeenten van de hulpverleningszone Midwest.
Inschrijven is verplicht: dit kan door op deze link te klikken en het formulier in te vullen of door onderstaande QR-code te scannen.
U kan ook contact nemen via yasmine.vanavermaete@west-vlaanderen.be; of telefonisch via 0496/03 11 11.
Infosessie georganiseerd door de gouverneur van West-Vlaanderen en de gemeente Ardooie, Prevent Agri, hulpverleningszone Midwest, provincie West-Vlaanderen, Ovam, Boerenbond en Inagro.

In deze Krak in het vak loopt Vilt een dag mee met Mieke, preventieadviseur bij Prevent Agri. Vandaag voert ze een audit uit op een landbouwbedrijf, waar ze met scherpe blik risico’s in kaart brengt — van machines tot werkprocedures.
Met kennis van zaken én oog voor de praktijk helpt Mieke bedrijven om veiliger te werken. Ze stelt gerichte vragen, bekijkt documenten en loopt met de boer het erf op. Haar doel? Niet alleen regels afvinken, maar vooral mensen bewust maken van veilig en gezond werken. Dankzij krakken als Mieke blijft welzijn op het werk topprioriteit in de agrovoedingssector. Onzichtbaar op de voorgrond, maar onmisbaar achter de schermen.
Te gast: onze eigen collega Mieke Sevenans
In deze aflevering krijg je een blik achter de schermen bij Prevent Agri. Ontdek hoe preventie op het terrein concreet wordt aangepakt, met welke uitdagingen de sector te maken heeft, en waarom veiligheid een absolute prioriteit moet zijn.
Stof inademen kan zowel op lange als op korte termijn gezondheidsproblemen opleveren. Welke klachten er ontstaan is afhankelijk van de eigenschappen van het stof aanwezig in de atmosfeer waar er gewerkt wordt. Een stofmasker biedt echter geen bescherming tegen toxische gassen en dampen die we terugvinden in bijvoorbeeld mestgassen en gewasbeschermingsmiddelen. Het hoeft geen verder betoog dat het werken in dergelijke gassen zonder bescherming ernstige gezondheidsproblemen en zelfs de dood tot gevolg kan hebben.
Ademhalingsbescherming kan ruwweg onderverdeeld worden in drie groepen: namelijk de stofmaskers, de (half)gelaatsmaskers met filter en de volgelaatsmaskers met onafhankelijke perslucht. Elke van deze ademhalingsbescherming biedt bescherming tegen andere gevaarlijke stoffen, bijgevolg is kennis van de heersende atmosfeer en de daarbij vereiste bescherming een absolute must.
Stofmaskers: drie beschermingsklassen
Fijnstofmaskers worden volgens de norm EN 149:2001 opgedeeld in drie beschermingsklassen ofwel FFP-klassen (Filtering Facepiece Particles). Hoe hoger de stofconcentratie en de schadelijkheid van het stof, hoe hoger het beschermingsniveau van de filter moet zijn. Voor stalwerk bijvoorbeeld wordt minimaal een type FFP2 masker aanbevolen. Dit type beschermt tegen inadembare stofdeeltjes die schadelijk zijn op lange termijn. Het stofmasker moet comfortabel zitten en goed aansluiten zodat het inademen van ongezuiverde leklucht wordt voorkomen.

Beschermingsklassen stofmaskers
|
|
Biedt bescherming tegen |
|
FFP1 |
Niet-giftig en niet-fibrogeen stof: inademing leidt niet tot het ontstaan van aandoeningen, maar kan de luchtwegen irriteren en klachten over een onaangename geur veroorzaken. |
|
FFP2 |
Vaste en vloeibare gezondheidsschadelijke soorten stof, rook en aerosolen: deeltjes kunnen fibrogeen zijn, wat betekent dat ze op korte termijn tot irritatie van de luchtwegen en op lange termijn tot afname van de elasticiteit van het longweefsel leiden. |
|
FFP3 |
Giftige en gezondheidsschadelijke soorten stof, rook en aerosolen: kankerverwekkende en radioactieve schadelijke stoffen en ziekteverwekkers zoals virussen, bacteriën en schimmelsporen. |
In de meeste gevallen zijn de stofmaskers voor éénmalig gebruik, dit wordt aangegeven door het opschrift ‘NR’. De lettercodering ‘R’ achter de FFP geeft aan dat een dergelijk masker meermalig mag gebruikt worden binnen een 8-urige werkdag. De CE -markering toont aan dat het stofmasker voldoet aan de Europese normen.

Zoals eerder vermeld, beschermt een stofmasker niet tegen het inademen van toxische gassen en dampen. In dat geval is een masker met aangepaste filter aangewezen.
Hoe een mondmasker correct aanbrengen?
De filterefficiëntie van de ademhalingsbescherming hangt sterk samen met de pasvorm. Bij een slechte pasvorm, kan er langs de openingen ongefilterde lucht binnenstromen, de zogenaamde leklucht. Voor personen met een baard kunnen bijvoorbeeld luchtkappen een oplossing bieden

(Half)gelaatsmasker met filter
Controleer voor gebruik of het masker goed aansluit op het gezicht. Let op scheurtjes en kijk of het uitlaatventiel schoon en goed afgedicht is. Het gelaatsmasker in een goede staat houden doe je door deze na ieder gebruik te reinigen met lauw water en zeep en droog te deppen. De opslag van zowel masker als filter gebeurt steeds BUITEN het fytolokaal, beschermd van zonlicht, olie en corrosieve stoffen.
Onderstaande tabel toont de kleurcodering van de filters volgens EN14387 – die helpt om te bepalen welk type filter nodig is voor de vervuilende stof waarin gewerkt wordt. In het geval van mestgassen en het werken met fytoproducten is een zogenaamde combinatiefilter, die onderstaande kleurcoderingen combineert, nodig.

Op elke filter staat een houdbaarheidsdatum, na deze datum kan de werking van de filter niet meer gegarandeerd worden en mag deze niet meer gebruikt worden (ook als deze nog in de verpakking zit). Eens geopend, kan de filter enkel hergebruikt worden indien deze in de tussentijd bewaard wordt in een luchtdicht afgesloten kistje of plastieken zak, zodat verzadiging van de filter vermeden wordt. Registreer de gebruiksduur en vervang de filter na 8u effectief gebruik (indien ze tussen 2 gebruiksperioden correct opgeborgen worden).
Volgelaatsmasker met onafhankelijke perslucht
Men mag men nooit een gelaatsmasker met filter gebruiken om een afgesloten ruimte te betreden zoals een mestkelder, -silo of -tank. Aangezien de concentratie of combinatie van gevaarlijke gassen in dergelijke ruimtes niet geweten is, maar vooral omdat het zuurstofgehalte door de aanwezigheid van deze gassen ernstig verminderd kan zijn. In dat geval moet een volgelaatsmasker met onafhankelijke perslucht gedragen worden, waarbij bescherming onafhankelijk van de omgeving mogelijk is.
In de praktijk wordt een dergelijk masker zelden ingezet in de land- en tuinbouw, aangezien hiervoor een opleiding moet gevolgd worden. Ook zijn deze materialen onderhevig aan keuringen, waardoor de kostprijs van het gebruik ervan snel de hoogte ingaat.
Motoraangedreven systemen
De omgevingslucht wordt door middel van een motoraangedreven pomp over filtereenheden aangeblazen, dit zijn de zogenaamde ‘PAPR’ of Powered Air-Purifying Respirator. Door het elimineren van de ademweerstand worden ze vaak als aangenamer ervaren en zijn ze beter geschikt om te gebruiken bij fysiek zware arbeid. Motoraangedreven systemen kunnen in combinatie met halfgelaatsmaskers, volgelaatsmaskers of luchtkappen worden gebruikt. Let er hier eveneens op dat indien de samenstelling van de atmosfeer onbekend is, deze kappen eveneens onvoldoende bescherming kunnen bieden indien de aanzuigunit van de motor zich in deze ruimte bevindt.
Luchtkappen
Luchtkappen zijn loszittende maskers die het hoofd bedekken tot op schouderlengte, de lucht wordt via een luchtbuis aangevoerd met behulp van een motoraangedreven systeem. Deze maskers kunnen worden gedragen door personen met een baard of brildragers.
Dergelijke motoraangedreven systemen kunnen eveneens in een besloten ruimte gebruikt worden, mits de ventilator om de lucht aan te zuigen in een ruimte staat (of buiten) waarvan men weet dat er voldoende zuurstof is.
Besluit
In de land- en tuinbouwsector is het gebruik van adequate ademhalingsbescherming sneller nodig dan men meestal denkt. Bijvoorbeeld bij stof van organische oorsprong kunnen er schimmels of pathogenen aanwezig zijn, waardoor een FFP3 stofmasker vereist is. Reinig je een stal met een hogedrukreiniger zal het gebruik van een (half)gelaatsmasker met gepaste filter de voorkeur krijgen. Het risico op gezondheidsklachten verlagen is vaak een én-én-verhaal: door eveneens de oorzaak van de productie van stof of gevaarlijke gassen reeds bij de bron aan te pakken en daar te elimineren of de productie ervan te verminderen, kan het risico al drastisch dalen.
Vandaag is het wereldkankerdag: hét moment om als landbouwer stil te staan met welke kankerverwekkende stoffen je regelmatig in contact kan komen.
Voorbeelden hiervan zijn:
maar ook kristallijn siliciumdioxide, beter gekend als kwartsstof. Deze stof komt vrij tijdens het slijpen, schuren, boren en zagen in steenachtige bouwmaterialen.
Om de blootstelling aan deze kankerverwekkende stof te voorkomen moeten toestellen voor de bewerking van deze materialen uitgerust zijn met een effectieve stofafzuiging. Als dat niet mogelijk is, moet iedereen in de omgeving die blootgesteld wordt een masker dragen met de hoogste beschermingsgraad. Dus een FFP3-wegwerpmasker of een masker uitgerust met een P3-stoffilter.
Belangrijk: machines met een systeem dat het stof doet neerslaan met water, zoals nat slijpen, verminderen de stofvorming, maar bieden geen 100% bescherming. Bij langdurige werkzaamheden blijft aanvullende bescherming, zoals een FFP3-masker, noodzakelijk.

Het gevaar van mestgassen wordt onderschat, ook door ervaren mensen. Ieder jaar vallen hierdoor nog slachtoffers. Daarom even kort de veiligheidsmaatregelen tijdens het mixen van mest.
Maak ze tot een vaste routine!
Bekijk eveneens de handige en overzichtelijke brochure die aangeeft waar mestgassen gevaar kunnen opleveren in een varkens- en melkveestal (Prevent Agri in samenwerking met Fedagrim).
Het gevaar van mestgassen wordt onderschat, ook door ervaren mensen. Jaarlijks vallen hierdoor nog slachtoffers. Slechts 1 ademteug kan al voldoende zijn om bedwelmd te raken of zelfs de dood te veroorzaken.
Bekijk de pakkende getuigenis op een Iers melkveebedrijf waar het bijna misliep:
Hoe handelen bij een ongeval met mestgassen?
❌ Ga nooit de mestopslag in: ga een persoon in nood nooit zelf achterna.
Enkel personen die voorzien zijn van onafhankelijke ademvoorziening (perslucht) mogen de ruimte betreden!
✅ Verwittig de hulpdiensten (bel 112).
✅ Schakel bij het mixen de mixer onmiddellijk uit.
✅ Ventileer maximaal en open alle mogelijke openingen.
✅ Zorg indien mogelijk voor de toevoer van zoveel mogelijk verse lucht via een overdrukventilator of compressor.
Jaarlijks gebeuren er heel wat ongevallen met soms zeer ernstige gevolgen op het eigen bedrijf. We zouden daardoor de ongevallen die gebeuren op de openbare weg bijna uit het oog verliezen. Nochtans komen ook deze veelvuldig voor. Aangezien rijsnelheden hier heel wat hoger liggen dan tijdens de veld- of bedrijfswerkzaamheden, én er bovendien heel wat andere actoren spelen, is het van het allergrootste belang om met enkele aandachtspunten rekening te houden. Twee van deze aandachtspunten zijn het GSM-gebruik achter het stuur en het niet dragen van veiligheidsgordels. Het lijkt misschien onschuldig om even snel een telefoontje te beantwoorden tijdens het rijden, maar de realiteit is dat dit kan leiden tot ernstige ongelukken met zelfs dodelijke afloop.